Opzegging

Zowel de huurder als de verhuurder kan een huurcontract opzeggen.

 

Opzegging door huurder

Wanneer je je huurcontract opzegt, moet je dit per aangetekende brief doen. De opzeggingstermijn is minimaal een maand en maximaal drie maanden. Welke opzeggingstermijn voor jou geldt, staat doorgaans vermeld in je huurcontract.

 

Opzegging door verhuurder

Ook de verhuurder kan de huurovereenkomst per aangetekende brief opzegging. Voor de verhuurder gelden echter strengere eisen:

  • De opzegtermijn is drie tot zes maanden
  • De verhuurder moet jou vragen om binnen zes weken mede te delen of je akkoord gaat met de opzegging
  • In de brief moet de reden van opzegging staan en de datum waarop de overeenkomst volgens de opzegging eindigt
  • De reden van opzegging moet een wettelijke opzeggingsgrond zijn

 

Wettelijke opzeggingsgronden

De verhuurder kan alleen opzeggen wanneer sprake is van een van de volgende opzeggingsgronden:

 

  • De huurder gedraagt zich niet als een goed huurder. De huurder moet hiervoor ernstig tekortschieten in de nakoming van zijn verplichtingen, bijvoorbeeld door een huurachterstand van enkele maanden.
  • Tussenhuur voor bepaalde tijd. Deze opzeggingsgrond wordt vaak aangevoerd bij contracten voor bepaalde tijd (die zijn opgesteld vóór 1 juli 2016), wat echter nog niet wil zeggen dat aan de opzeggingsgrond is voldaan. Er gelden namelijk strenge aanvullende eisen. Beroept je verhuurder zich op deze opzeggingsgrond? Vraag ons dan om advies.
  • Dringend eigen gebruik.Ook voor deze opzeggingsgrond gelden strenge eisen. De verhuurder kan zich op deze opzeggingsgrond niet beroepen in de eerste drie jaar dat hij eigenaar van het pand is. Renovatie van de woning die zonder beëindiging van de huurovereenkomst niet mogelijk is, wordt beschouwd als een geldige reden voor dwingend eigen gebruik. De verhuurder moet dan wel bewijzen dat voortzetting van de huurovereenkomst niet mogelijk is. Bovendien moet er sprake zijn van een duidelijk eigen belang.
  • Weigering van een redelijk aanbod. De verhuurder kan opzeggen wanneer de huurder weigert in te stemmen met een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst. Deze nieuwe huurovereenkomst mag meestal geen wijziging van de kale huurprijs of de servicekosten inhouden. Deze opzeggingsgrond komt vooral voor bij groepsgewijze renovatie.
  • Verwezenlijking van een bestemmingsplan. Het kan voorkomen dat het pand waarin de huurder woont niet past in het bestemmingsplan van de gemeente. Wanneer de verhuurder voornemens is het pand te gaan gebruiken volgens het bestemmingsplan, kan hij de huurovereenkomst opzeggen met een beroep op deze opzeggingsgrond. Deze opzeggingsgrond komt in de praktijk vrijwel nooit voor.
  • Hospitahuur. Bij hospitahuur woont de huurder samen met de verhuurder in dezelfde woning en huurt de huurder daar een of meerdere kamers. De eerste negen maanden heeft de huurder geen huurbescherming en kan de verhuurder elk moment opzeggen. Daarna kan de verhuurder opzeggen door deze wettelijke opzeggingsgrond te gebruiken. De verhuurder moet hiervoor aannemelijk maken dat zijn belang zwaarder weegt dan dat van de verhuurder. Dit kan het geval zijn bij bijvoorbeeld eigen gebruik door de verhuurder en verzet van de huurder tegen een redelijke huurverhoging.

 

Als je verhuurder de huurovereenkomst opzegt met een verwijzing naar een van de hierboven beschreven opzeggingsgronden, blijft de overeenkomst van kracht, zolang je als huurder niet binnen zes weken instemt met de beëindiging van de huurovereenkomst. Na het verstrijken van de termijn van zes weken of nadat je als huurder laat weten niet in te stemmen met de beëindiging, dient de verhuurder naar de rechter te stappen, als hij de huurovereenkomst daadwerkelijk wil beëindigen. Op vordering van de verhuurder, kan de rechter het tijdstip vaststellen waarop de huurovereenkomst eindigt. De rechter zal de huurovereenkomst alleen beëindigen, indien daadwerkelijk sprake is van een van de bovenstaande opzeggingsgronden.

 

Vragen over opzegging? Neem contact met ons op.